Thuis in Nederland is Kay al vroeg verslingerd aan Amerikaanse hiphop. Al voor hij een woord kan opschrijven, hij zit dan pas in groep 2, rapt hij mee met de jongens uit groep 8. In de Ghanese kerk gaat hij op in de spirituele gospelmuziek. En wanneer hij voor het eerst in aanraking komt met taal en de gelaagdheid van sommige kinderverhalen, wordt het hem duidelijk: er zit een woordkunstenaar in hem.
Op 14-jarige leeftijd begint Kay lyrics te schrijven. De autodidact bekwaamt zich in de artvorm door mee te rappen met de flowsvirtuoos Busta Rhymes, het rijmboek uit zijn hoofd te leren en de vindingrijke vertelperspectieven (achterstevoren, vanuit een pistool) van Nas te bestuderen. In zijn eigen slaapkamerstudiootje neemt hij track na track op, in een microfoon met sok erom, maar niemand behalve zijn vrienden krijgt het te horen.
Kays muzikale carrière neemt een vlucht als hij samen met een groep MC’s en producers de hiphopformatie Brandwerk opricht. De formatie haalt met een experimenteel geluid en gelaagde teksten prijzen op en wint zelfs het Nederlandse Koningshuis voor zich. Hoewel Kay goed gedijt in een groepsverband en geniet van de live-ervaring die hij opdoet, is hij toe aan een muzikale solo-identiteit. De zoektocht naar wie hij is als artiest valt samen met een persoonlijke zoektocht langs Ghanese dorpen, vernieuwende percussionisten en studio’s.
In Rotterdam stelt Kay vervolgens een begenadigde live-band samen, en hij ontdekt dat rap alleen niet volstaat, zijn boodschap vereist een breder muzikaal palet. Zodra hij rap begint te combineren met melodielijnen merkt hij dat hij steeds dichter bij zichzelf komt, als artiest en persoon.
Vandaag de dag maakt de 29-jarige Kevin Adu Yeboah Martin muziek als Kay Slice. Er is geen rechttoe-rechtaan hokje waar zijn sound in past, een geluid dat zich vanuit een hiphop-basis uitvouwt in afrobeat en highlife – de aarde van waaruit de afrobeat ooit ontsproot-, spoken word, funk en soul. Tracks die hij tot nu toe heeft uitgebracht staan bol van de soul: het zijn empowering affirmaties, urgente rap en zang op Ghanese en funk-heavy ritmesecties. Moeiteloos weeft Kay de genres aan elkaar als soundtrack voor zijn verhaal.
De soulful hiphop en post-highlife hybride van Kay Slice is uplifting, het is bezield. Het is het resultaat van een queeste naar zijn eigen ik, via zijn moeder- en vaderland Ghana. Kay ziet muziek dan ook als de ideale vorm om dieper te connecten met zijn roots. De afrobeat vertegenwoordigt het deel van hemzelf dat hij alleen kende van de Ghanese verjaardagen, van de cd’s die zijn vader speelde. In zijn solowerk omarmt en toont hij zichzelf in alle facetten, en daarmee richt hij de spotlights op iedereen die net als hij het product is van meerdere culturen. Hij heeft een grote missie: een rijke indruk van Afrika meegeven aan zijn generatie. Afrika als het deel van de wereld waar de spirituele kracht van muziek wordt erkend en gevierd. Met zijn muziek wil Kay ook vertellen over mensen die niet gezien worden, gevoelens die nog niet omarmd worden.
De productie – laidback maar ook energiek, met dansbare roots-omhelzende rhythms, warme jazzy soul-akkoorden en futuristische synths – is ingegeven door afrobeat grootheden als Ebo Taylor, K Frimpong en Fela Kuti maar de woordkunst, organische neo-soul instrumentatie en hiphop breakbeats en gekke samples geven zijn muziek een heel eigen feel, die hopelijk meerdere generaties de moed geeft zichzelf te zijn, en te kiezen voor hun craft, zonder concessies.